Een vergeten beroemde Langenbomer: Thomas (Leonardus) Van Hoogstraten

Geschreven door Frans Verstraten

Langenboom heeft een relatief korte geschiedenis. Pas in het midden van de 19e eeuw ontstond er iets wat misschien leek op een dorpsgeest toen de Dominicanen besloten om er een noviciaat te stichten voor het opleiden van hun fraters. Tot die tijd kon je her en der wat boerderijtjes vinden, waar de families vooral werkten om genoeg eten te produceren om daarmee de winter door te komen. In een van die boerderijtjes werd Leonadus Van Hoogstraten geboren. Tegenwoordig is hij niet zo bekend maar deze geboren Langenbomer zou uitgroeien tot een van de meest gewaardeerde intellectuele religieuzen van Nederland. Hieronder een kort verslag van zijn leven.

Leonardus Van Hoogstraten werd op zondag 7 september 1845 geboren als zoon van Johannes Van Hoogstraten (1797 - 1856) en Allegonda Verhoeven (~1803 – 1864). Langenboom viel toen nog onder de Gemeente Escharen en daar is de geboorte dan ook aangegeven. De geboorte werd aangegeven door zijn vader en opgetekend onder de verkeerde achternaam ‘van Hoogstraaten’. Leonardus was overigens het tweede kind in de familie; Allegonda had reeds een dochter - ook Allegonda genaamd - uit een eerder huwelijk met ene Leonardus Elbers. Hij overleed in 1842 op 27-jarige leeftijd. Hij had de boerderij enkele jaren daarvoor gekocht van Jan Swarts. Die woonde er slechts kort. Daarvoor was de boerderij vele jaren in het bezit van de familie Van der Hagen. Bij het begin van de registratie van huizen in 1806 stond de boerderij er al.

Zijn ouderlijke huis - Dominicanenstraat 14

De boerderij waarin de familie Van Hoogstraten woonde was in die tijd een van de weinige huizen in de streek. Het lijkt erop dat de boerderij toen al in slechte staat verkeerde. Van Hoogstraten heeft volgens sommigen ooit geschreven dat hij ’s nachts vanuit zijn bed de sterren aan de hemel kon tellen. Dit zou erop kunnen duiden dat het dak in slechte staat verkeerde. Deze boerderij is overigens niet meer zichtbaar; in de nacht van 2 op 3 januari 2011 ging het in vlammen op. Het huidige adres is Dominicanenstraat 16.

De tijd tussen Leonardus’ geboorte tot zijn twaalfde jaar heeft Leonardus Van Hoogstraten in Langenboom doorgebracht. Er zijn weinig verhalen over hem uit die tijd bekend, enkel wat anekdotes. Bovenstaand verhaal over het zien van de sterren werd vaak verteld, maar tot op heden hebben we daar geen bevestiging voor gevonden. Ook ging het verhaal dat de jonge Leonardus na de mis in het café op een tafel of biljart werd gezet en hij de hele preek kon navertellen. Een mooi verhaal. Zijn vader overleed toen Leonardus Van Hoogstraten 11 jaar was. Niet de leeftijd voor een kind om zijn vader te vergezellen in een herberg. Dit neemt overigens niet weg dat Van Hoogstraten toen al grote indruk heeft gemaakt: het fenomenale geheugen van Van Hoogstraten wordt in diverse artikelen en boeken genoemd en vooral ook geroemd.

 Op 15 juli 1858, Van Hoogstraten is dan 12 jaar, verkoopt zijn moeder Allegonda Verhoeven, dan dus voor de tweede keer weduwe, de boerderij in Langenboom aan Johannes van der Heijden. Dat is de grootvader van Hanneke Verstraten-Braks. De ouders van Hanneke, daarna Hanneke zelf, en vervolgens haar zoon Jan en zijn familie woonden in de boerderij tot het begin van deze eeuw. Daarna woonde de familie Straatman in deze woning, totdat deze afbrandde.

 Na de verkoop in 1858 verhuist Allegonda uiteindelijk terug naar haar geboorteplaats Wanroij. Op 13-jarige leeftijd gaat Leonardus Van Hoogstraten in Gemert studeren aan de beroemde Latijnse School. Uit het register blijkt dat Van Hoogstraten in oktober 1858 als leerling is ingeschreven en tot oktober 1861 aan deze school heeft gestudeerd.

Na zijn eerste opleiding te Gemert te hebben voltooid, lijkt Van Hoogstraten op 26 september 1861 als novice te zijn ingetreden bij de Jezuïeten in Ravenstein. Die hadden in 1752 een Latijnse school opgericht met als doel om studenten naar de priesteropleiding door te laten stromen. Toch, Van Hoogstraten treedt in december 1864 in Ravenstein uit om in 1865 bij de Dominicanen in Huissen te gaan studeren.

Er is gesuggereerd dat Van Hoogstraten in 1865 overstapte naar de Dominicanen omdat hij deze orde kende van zijn geboortedorp Langenboom. Zo schrijft Pater Meijer, een kenner van de Dominicaanse geschiedenis: “Hij gevoelde zich echter na twee proefjaren (in Ravenstein) meer tot de Dominicanen aangetrokken, die hij van jongs af in het ouderlijk huis had leren kennen…”.

Het klooster in Huissen rond de eeuwwisseling 1900. Rechts op het veldje naast de ingang van de kapel is tegenwoordig de grafkelder gelegen. Daar is Thomas Van Hoogstraten te ruste gelegd

Op 12 Februari 1865 ontvangt Van Hoogstraten het ordekleed bij de Dominicanen in Huissen. Op dat moment krijgt hij de naam Thomas, gebaseerd op de Heilige Thomas van Aquino. In Huissen beseften de paters al snel dat ze te maken hadden met een briljante student. Na zijn kleine professie gaf Van Hoogstraten al op 21-jarige leeftijd les aan de studenten van het St. Dominicus College in Nijmegen. Na drie jaren doceren en zelfstudie, keerde hij terug naar Huissen om daar zijn Summa studie te beginnen. Deze studie omvatte met name het werk en ideeën van Thomas van Aquino, waarnaar hij vernoemd was. Aquino´s werk was volgens velen de grondslag van het katholieke geloof en dat werd in 1879 zelfs door Paus Leo XIII bekrachtigd.

Van Hoogstraten werd op 15 augustus 1871 in Utrecht tot priester gewijd. Na zijn lectoraatexamen in 1877 volgde de eervolle benoeming tot professor in de Summa Theologica. In 1885 reisde hij naar Rome om daar verder te studeren tot magister in de Godgeleerdheid, een eer die hij in 1892 verwierf.

Naast zijn studie, vele colleges, had hij ook nog tijd gemaakt om veel vooral klassieke literatuur te bestuderen. Al vroeg was hij een expert en vooral criticus van grote namen als Dante, Vondel en Bilderdijk. Van Hoogstratens grote interesse was de poëzie en hoewel hij zelf ook dichtte, bestaan zijn bijdragen vooral uit kritische beschouwingen

Hij zocht op eigen initiatief contact met Joseph Alberdingk Thijm (1820- 1889), de beroemde Amsterdamse hoogleraar en kunstcriticus, die een van zijn beste vrienden zou worden. Alberdingk Thijm heeft ook veel geschreven en was redacteur van het tijdschrift De Dietsche Warande (een blad dat nog steeds bestaat!). Onder andere in dit blad publiceerde Van Hoogstraten zijn werk. Andere tijdschriften waar hij zijn werk aanbood waren De Katholiek en Onze Wachter. Van Hoogstraten’s werk werd gebundeld in 3 boeken onder de titel ‘Studiën en Kritieken’ uitgegeven in 1890, 1891 en 1894). Ook dichtte hij zelf. Een grote bundel is uitgegeven onder de titel ‘gedichten’ in 1893.

Hoe belangrijk Van Hoogstraten was mag blijken uit de viering van zijn 25-jarig priesterjubileum op 27 oktober 1996 in Huissen. Vele grootheden waren aanwezig en spraken de jubilaris toe, waaronder de Pater Provinciaal Ludovicus Theissling, die later de Magister Generaal van de Orde der Dominicanen zou worden, de beroemde hoogleraren prof. dr. Schaepman (zie foto hieronder)en prof. mag. J. V. de Groot.

Ogenschijnlijk in de kracht van zijn leven, werd hij getroffen door een fatale aanval op zijn gezondheid. Het overlijden van pater Van Hoogstraten kwam zeer onverwacht. Hij had in die week nog college gegeven, werd ziek en overleed vier dagen later in de nacht van zaterdag op zondag op 3 maart 1907.

De uitvaartdienst werd verzorgd door de reeds genoemde grootheden Theissling en De Groot, met veel van Van Hoogstraten’s studenten onder de bedroefde toehoorders. Hij werd in een open kist opgebaard en daarvan is een foto gemaakt die later in de Katholieke Illustratie is afgedrukt. Na de dienst werd hij bijgezet in de grafkelder van het Klooster in Huissen. Die is nog steeds toegankelijk en zijn naam is nog altijd niet vergeten. De dood van Van Hoogstraten was groot nieuws. Het werd breed uitgemeten in de kranten. Zelfs op Curacao in het weekblad Amigoe di Curaçao werd aandacht aan Van Hoogstraten’s overlijden besteed. Hieronder een paar citaten. “In hem is een groot man ontvallen aan de Nederl. Provincie van St. Dominicus-orde, wiens grootheid het minst bekend was bij hem zelf”. (Door M.C. Nieuwbarn in de Katholieke Illustratie, 1907)

De grafkelder die nog steeds te bezoeken is in Huissen.

“En wij, die het voorrecht genoten met dezen ridderlijken mensch te leven onder één dak, die met zijn wijsheid en kunde ons voordeel mochten doen, die vreesden voor zijn logica, maar lachten om zijn gullenhumor, wij zullen met allen, die hem kenden, hem voor alles blijven zegenen om zijn slichtend voorbeeld en priesterlijk leven, om zijn stille devotie en religieus gevoel. (Door Pater Molkenboer, in de Tijd, 1907)

 Daarmee kwam een te vroeg einde aan een productief leven van een intellectueel die tijdens zijn leven al een diepe indruk had achtergelaten, niet alleen bij zijn studenten en collega paters, maar bij vele grote namen in Nederland. Langenboom mag deze zoon niet vergeten!

Dat laatste zou wellicht niet zijn gebeurd als een ongelukkige samenloop van omstandigheden niet was voorgevallen.  

In de notulen van de Raadsvergadering van de Gemeente Escharen in 1941 wordt de suggestie gedaan om een straat in Langenboom “Pater Thomas Van Hoogstratenweg” te noemen. Maar wellicht is dit plan in de vergetelheid geraakt toen snel na die tijd Langenboom onderdeel werd van de gemeente Mill & Sint Hubert en die waren vast niet op de hoogte van dit voornemen. De bewuste straat heeft tegenwoordig ‘Dominicanenstaat’.

Ik hoop dat dit stuk bijgedragen heeft aan een hernieuwde belangstelling voor Thomas (Leonardus) Van Hoogstraten. En als we nog ooit eens mogen bouwen in Langenboom, dan kunnen we gerust een straat naar hem vernoemen. Dat heeft hij, én Langenboom, verdiend.